Cultuur & vermeerdering

Meer over cultuur & vermeerdering

Pioenen hebben graag een voedzame, vochthoudende en voldoende doorlatende, humusrijke bodem die enigszins lichtzuur mag zijn. Ze kunnen het best in de vroege herfst geplant worden, dit levert een betere vergroei op in het nieuwe jaar. Pioenen groeien het best op een zonnige standplaats met in de ochtend enkele uren schaduw. De grotere soorten kunnen 1 meter uit elkaar geplant worden en de kleinere zo’n 50 cm. Voor het planten de grond spitten en stalmest of compost toevoegen. Plant de pioenen zodanig dat de neuzen niet meer dan enkele centimeters onder de grond zitten, omdat bij dieper planten minder bloei zal zijn. Na het planten eventueel wat beendermeel toevoegen. Jaarlijks kan in de herfst stalmest toegevoegd worden, dit kan ingewerkt worden in het voorjaar. Op lichtere grond kan dan 20 gram superfosfaat toegevoegd worden. Laat de planten zoveel mogelijk vaststaan want verplanten betekend een achteruitgang in groei en bloei. Het eerste jaar na aanplanten hoef je nog geen bloemen te verwachten. Na verloop van tijd en verdere ontwikkeling van de plant wordt de bloeirijkheid steeds groter. In het eerste jaar kunnen de bloemknoppen zelfs verwelken. De ontwikkeling naar een plant met goede bloemen en meer bloemen kan minstens drie jaar duren. Pas na zes jaar bloeien de planten overweldigend en hoe ouder ze worden hoe beter ze bloeien. Na vele jaren (30 - 40 jaar) kunnen ze nog de mooiste bloemen produceren. De grotere soorten kunnen tijdens de bloei gesteund worden om neerslaan te voorkomen. Pioenen het eerste jaar na aanplanten bedekken.

Vermeerdering kan het beste door de planten te scheuren. Botanische soorten kunnen worden gezaaid. Enkele soorten worden gestekt. Boompioenen worden geënt (op wortels van P. lactiflora) of gezaaid.